Column door Flip Visscher
Het is maandagmorgen. Het is nog vroeg als Jannus zich voor de zoveelste keer onrustig omdraait. De 40-jarige Meente ontwaakt langzaam uit een voor Jannus te lange nacht, de eerste voetstappen verplaatsen zich voorzichtig in de Noordwal. De verzorgsters starten hun vaak te drukke programma, Jannus krijgt een por van zijn vrouw Zwaan in zijn zij. “Blijf eens rustig liggen”, snauwt ze hem toe, maar Jannus is niet rustig te krijgen sinds het BURGERHUUS is geopend. Hij sluipt enkele minuten later stiekem zijn bed uit, in zich zelf mompelend groet hij Gerrit de kanarie die al jaren lang voor het raam hangt en haast elke Genemuidenaar kent. “Heb jij wel goed geslapen Gerrit? Nou de baas niet hoor. Ik kan s`nachts mijn
gedachten niet stil krijgen en ik wil ook geen slaaptabletten, want daar kun je alleen maar verslaafd aan raken”. Jannus wil koffie en drukt de senseo aan, ondertussen druk doende om zijn laatste kous aan te trekken. Plots komt er geluid uit de slaapkamer. “Wat ben je aan het uitspoken Jannus”? klinkt het uit een niet al te vrolijke mond van Zwaan. “Oh Zwaan niks hoor het is nog niet zo goed licht eh… eh…eh…” En toen kwam ik per ongeluk tegen de senseo aan. Verder niks aan de hand hoor! Knipogend naar Gerrit die inmiddels zijn eerste riedeltjes heeft losgelaten en druk zwaaiend met zijn snavel door de waterbak heen gaat, ten teken dat het water bijna op is. Opeens en veel vroeger dan normaal staat Zwaan, de ogen nog uitwrijvend, in de kamer. “Waar ben je toch mee bezig Jannus? Je maakt een ander ook onrustig met je drukte. Dat BURGERHUUS loopt niet weg hoor wees daar maar niet bang voor. Kom laten we de week eens goed beginnen Jannus en gezamenlijk ons brood aan tafel opeten. Dan begin je de dag al wat rustiger dan normaal en dat is goed voor je gezondheid”. Jannus sloft naar de tafel en neemt plaats. “Wat wil je erop”? vraagt een al wat vrolijker klinkende Zwaan. “Oh doe maar leverpastei dat glijdt nogal makkelijk naar binnen”, antwoord Jannus. “Één of twee”? roept Zwaan. “Doe maar één want het is zo weer laat, de morgen is zo weer voorbij”. Met een alleszeggende zucht zet Zwaan de bordjes op tafel . Jannus springt ineens op waardoor Zwaan schrikt. “Wat is er Jannus”? “Niks hoor, maar ik moet toch even wachten tot alles op tafel staat. En toen dacht ik…” “Nou wat dacht je? wat dacht je”? vraagt een bijna schreeuwende Zwaan. “Ach, ik wou gewoon de klompen vast klaar zetten”. “Ja en dan kun je er straks zo inspringen”! Briest Zwaan hem toe. Gerrit de kanarie heeft het stilzwijgend aangehoord en begint een riedeltje te produceren als verzoeningstherapie voor zijn baasje en voor Zwaan. reacties:
Reageren is slechts toegestaan voor geregistreerde bezoekers.
Meer columns:Herman Mateboer:
Jannie Bakker:
Flip Visscher:
|
|