Contact formulier  |  info@genemuidenactueel.nl  |  RSS  |  Twitter  |  Mobiel  |  Red.
>> actueel
dinsdag 14 oktober 2014
13e Jaargang... Update:

(Advertentie)

Twee Genemuider schepen totaal vernield
zaterdag 03-05-2014
Leven in de Tweede Wereldoorlog
foto:

GENEMUIDEN - De Genemuider turfschepen De Onderneming en de Hoop op Zegen zijn in de Tweede Wereldoorlog tijdens een bombardement totaal vernield. De destijds 17-jarige Tiemen van Dijk was aan boord van de Hoop op Zegen, het schip van zijn vader. Hij vertelt zijn herinneringen aan 26 maart 1945, de dag die grote indruk maakte.

Tiemen van Dijk is een bekende Genemuidenaar omdat hij jarenlang de ‘witte pomp’ had en later eigenaar was van de ‘Woody’. Onder de naam Hubo zette zoon Jan die zaak voort. Twee andere zonen hebben een Hubo/’t Sfeerhuys in Kampen. Tiemen had zelf de zaak van zijn vader overgenomen. “Die verkocht turf en later kolen, maar op het moment dat het aardgas in opkomst raakte, moesten we andere wegen inslaan. Met kolen viel niets meer te verdienen”, vertelt Tiemen, tegenwoordig 86 jaar oud.

Ontwikkelingen gaan wat dat betreft snel. In de Tweede Wereldoorlog was turf nog een belangrijke motor voor de economie. “Mijn vader Jan en zijn broer Tiemen hadden allebei een turfschip. Mijn opa deed hetzelfde werk, hij was de eigenaar van de Vijf Gebroeders. Ook in de Tweede Wereldoorlog ging het werk gewoon door, al konden mensen alleen turf met bonnen kopen. Mijn vader en oom bleven naar het Drentse Klazienaveen varen om turf op te halen. Dat was een tocht van ongeveer tien dagen. Mijn neef Wicher en ik gingen vaak mee. Dan konden we dus niet naar school.”

In maart 1945 vertrokken De Onderneming en De Hoop op Zegen opnieuw richting Drenthe. Zeilend, want motoren hadden de schepen niet meer. Eenmaal volgeladen met turf, besloten vader Jan en oom Tiemen dat ze een scheepsjager zouden inhuren. “De wind was tegen en zo’n scheepsjager trok je dan voort. Dat was een man met een paard. Wij bonden beide schepen aan elkaar. Dat ging dus niet zo snel”, vertelt Tiemen van Dijk. Zonder gevaar was de reis ook niet. De Engelsen wilden namelijk zoveel mogelijk vaarwater blokkeren, omdat ook de Duitsers daarvan gebruikmaakten. Engelse bommenwerpers vlogen kortom regelmatig over.

Buiten Coevorden ging het mis. Twee Engelse vliegtuigen vlogen zo laag over dat de scheepsjager op zijn paard sprong en er vandoor ging. De vier Genemuidenaren aan boord van de twee schepen sprongen op de wal en doken in een droge sloot. Achteraf gezien was dat niet nodig, want de vliegtuigen vlogen over. Toen de scheepsjager terugkwam, zetten ze de reis voort. “Uiteindelijk kwamen we tot een kilometer voor Balkbrug”, vertelt Tiemen van Dijk, “toen zag ik weer vliegtuigen, maar mijn vader dacht dat het gevaar mee zou vallen. Ik zag echter dat de vliegtuigen draaiden en op ons af kwamen vliegen. Toen ben ik van boord gesprongen en mijn vader daarna ook. Amper twee minuten later begon het bombardement.”

Het geluid klinkt nog in het hoofd van Tiemen van Dijk. Bommen en kogels zorgden voor een enorm geratel. Na de bange momenten vroeg hij aan zijn vader of alles goed was. Een antwoord volgde niet. “Met een versufte blik zei hij even later dat hij niets mankeerde. Toen zijn we gaan rennen, want de vliegtuigen keerden terug. We zijn in een diepe sloot gesprongen. Vlakbij kwam nog een bom neer. Rondom was de aarde doorploegd van de bomscherven en kogels, maar wij mankeerden niets. Onvoorstelbaar. Een God’s wonder.”

Toen de vier Genemuidenaren bij hun schepen terugkeerden, zagen ze dat de Engelse bommen hun werk hadden gedaan. De Onderneming was gezonken, De Hoop van Zegen zwaar gehavend. “Ik ben toen nog snel aan boord gegaan om de jas van mijn vader te halen. ‘Als er wat gebeurt, moet je die meenemen’, zei vader altijd, omdat daarin zijn portefeuille zat. Toen ik de jas pakte, bleek dat er een kogel dwars doorheen was gegaan”, vertelt Tiemen van Dijk.

De vier Genemuidenaren trokken naar Balkbrug, ook omdat ze wisten dat de voormalig plaatsgenoot Altena daar woonde. Een broer van de rijwielhandelaar uit Genemuiden. “Mijn vader en zijn broer fietsten vervolgens naar Genemuiden, zodat ze konden vertellen dat wij het er levend vanaf hadden gebracht. Mijn neef en ik sliepen die nacht bij een boer waar wij ook warm eten kregen. Wij zijn de volgende dag teruggekeerd naar Genemuiden.” Daar bleek later dat de Hoop van Zegen gerestaureerd kon worden, zodat vader nog enige tijd met het schip zijn geld verdiende.

In Genemuiden leerde Tiemen van Dijk later Hannie Schaapman kennen, waarmee hij later trouwde. Zij heeft een nog tragischer oorlog meegemaakt. “Mijn vader is een geboren Genemuidenaar, maar hij was in de oorlog politieman in Haarlem. Daar bevrijdde hij een Joods meisje uit de cel, maar dat kwam later uit. De Duitsers brachten mijn vader naar Duitsland en daarvan is hij nooit meer teruggekeerd. Uiteindelijk is mijn moeder toen met ons gezin teruggekeerd naar Genemuiden. Daar kwamen we te wonen aan de Dijkstraat, die na de oorlog is omgedoopt tot Klaas Benninkstraat.”

4 en 5 mei brengen voor Hannie geen speciale herinneringen boven. De Tweede Wereldoorlog spelen eigenlijk elke dag nog een rol in haar leven. “Als ik nu bijvoorbeeld kijk naar de situatie in Oekraïne, word ik doodsbang. ‘Stel je voor dat er weer oorlog komt’, denk ik dan.”

 

Gepubliceerd op: zaterdag 03-05-2014 door Erik Driessen. 3666 keer gelezen..

Reageren is slechts toegestaan voor geregistreerde bezoekers.


(Advertentie)

Wie is Online ?..

Nu online: 5 bezoeker(s)
LEDEN LOGIN
Inloggen





(Advertenties)

(Advertentie)

Pagina gegenereerd in 0.0265 s. | Webmaster:Redactie | disclaimer | login